Het ouderschap is prachtig en ontzettend kwetsbaar. Van valpartijen tot de eerste keer naar school. En van constant vragen ‘waarom’ naar “Jij bent niet mijn echte mama, hè?” Ik schreef over dit moment met mijn zoon.
‘Mama, jij bent niet mijn echte mama hè?’
Twee moeders
Ik stopte even met eten en een ongemakkelijke stilte nam het gesprek over. Ik had 5 jaar gewacht op dit moment. Voordat we gingen insemineren heb ik alle rampscenario’s al doorgenomen. Hoe de andere kinderen hem zouden kunnen uitschelden voor ‘homo’ omdat zijn moeders lesbisch zijn. Hoe hij in zijn puberteit tijdens discussies naar me zou gaan schreeuwen dat ik niet zijn echte moeder ben. Maar vooral wanneer dat kwartje bij hem zal vallen, dat hij twee moeders heeft.
Alsof hij het wist
Het lijkt mij hetzelfde gevoel als wanneer je door Salzburg wandelt en je ineens beseft dat het dorpje zo heet vanwege de zoutmijnen. Of dat horeca een afkorting is van hotel, restaurant en café.
Maar mijn zoon vroeg het zich niet af, er viel geen kwartje, er werd geen link gelegd. Nee, mijn zoon zei het alsof hij het altijd al wist. Alsof het heel normaal was dat ik zijn echte moeder niet ben. Alsof hij eigenlijk zei:’Geef nou maar toe, mama, wie houden we hier voor de gek.’
Bij een andere mama in de buik
Ik besloot me niet te laten misleiden door mijn paniek, want ik had me hier immers op voorbereid. Ik had het weliswaar in de puberteit verwacht, maar goed. Ik bereidde me voor om hem uit te leggen over zaadjes, eitjes en de donor. ‘Wie zegt dat?’ vroeg ik, mezelf op mijn vingers tikkend omdat ik me toch liet leiden door emotie. ‘Niemand,’ antwoordde hij. Hij had het dus waarschijnlijk zelf bedacht, ook goed.
‘Ik ben wel jouw echte mama, maar je hebt niet in mijn buik gezeten. Je hebt bij je andere mama in haar buik gezeten.’
‘Hoe kwam ik dan in mama’s buik?’
Twee mama’s kunnen geen baby maken
Shit. Menig volwassene raakt compleet in shock als ik vertel hoe ik de baby in de buik van mijn ex-vrouw heb gelanceerd, en nu moet ik het aan een vijfjarige gaan vertellen. Al snel bedenk ik me dat ik toch liever dit klinische verhaal aan hem vertel dan de biologische heteroseksuele versie. Dus ik begin mijn verhaal te vertellen.
‘Twee mama’s kunnen samen geen baby maken, omdat wij geen piemel hebben. In een piemel zitten zaadjes en in mama’s buik zit een eitje. Het zaadje moet naar het eitje, waar het gaat groeien.’ Dit gaat best goed. Shai lijkt geboeid te luisteren en vraagt: ’Zoals een bloem?’
‘Ja, zoals een bloem.’ Ik vertel verder.
‘Hoe kwam ik in mama’s buik?’
‘Weet je nog Mick? Waar jij het zo goed mee kan vinden? Hij heeft een piemel, en hij heeft ons geholpen om jou te maken.’ Shai schatert het uit. ‘Dus ik kom uit de piemel van Mick?!’ Ik besef me dat het inderdaad vrij bizar klinkt.
‘Hoe kwam ik dan in mama’s buik?’
‘Ik heb jou erin geschoten met een spuitje.’ Shai maakt een beweging alsof hij een pistool vast heeft. ‘Nee, meer zoals een raket,’ en ik beeldde een lancering uit met mijn handen. Shai moest weer lachen.
‘Oke,’ zei hij, en at weer verder.